WIE/WHO

Naast mijn werk als grafisch vormgever ben ik steeds – als ik tijd kon maken – actief geweest als schilder/kunstenaar. Sinds 2021 ga ik echter voluit voor dat vrije, persoonlijke werk. Ik ben rijper geworden, volwassener misschien wel én heb mijn eigen stem en beeldtaal gevonden.

Ik maak persoonlijk werk, wars van tendenzen en stromingen, wars van commercie en poog gelaagdheid in mijn werk te brengen en zo de toeschouwer vrij te laten in interpretatiemogelijkheden. Sinds een tiental jaar zijn mijn werken vandaar titelloos en genummerd (#01, ...). Ik wil zo weinig mogelijk ingrijpen in de perceptie van mijn werk.

Menselijke aan- of 'bewuste' afwezigheid loopt als een rode draad doorheen mijn werk. Het is een noodzakelijkheid die – in mijn ogen – de boodschap schraagt en versterkt. Walter Van Dam, beter geplaatst, want toeschouwer, verwoordde het zo tijdens de expo Bouwwerk 2011 - CC Boerenpoort Melsele:

"Kris Praet is een bescheiden zoeker. Hij vraagt zich met een wat melancholische ziel af of dat wat hij vanuit een artistiek kantje in zijn ziel maar ook vanuit zijn talent als vormgever maakt en hier toont wel goed bevonden zal worden. 'Maar uiteindelijk maak ik dit op de eerste plaats voor mezelf,' zegt hij mij. Dat is alleszins mooi: Kris schildert niet voor de galerij, niet voor de voorspelbare smaak van een publiek, niet voor de één-minuut-celebrity die velen vandaag zo idoolmatig en gejaagd zoeken. Kris schildert omdat hij meent te moeten schilderen. Omdat er iets vanbinnen hem daartoe drijft. Na een langere periode van artistieke stilstand is hij zo'n twee, drie jaar geleden opnieuw begonnen met schilderijtjes te maken, kleine reeksen die in plotse explosies tevoorschijn kwamen, reeksen die telkens even onderbroken werden door een korte periode van non-activiteit tot zich opnieuw inspiratie aandiende.

De door hem gebruikte techniek sluit aan bij dat plotse en vluchtige maar ook bij zijn tastend en wat onzeker zoeken naar ziel en vorm. Op plaatjes van alle dezelfde grootte in MDF.

Maar … op die risicovrije, stabiele en degelijke, slijtvaste ondergrond gaat hij echter behoorlijk avontuurlijk te werk en zoekt hij de onzekerheid en het labiele. Hij schildert in acryl, laag op laag, nat op droog of nat op nat, of hij gaat de nog natte acryl te lijf met Oostindische inkt. Afwasbaar en uitwisbaar schildert hij. Elke streek die hij zet, kan hij onderweg zo weer doen verdwijnen of van vorm doen wijzigen zolang de boel vochtig is. Of hij krast in de vochtige of in de gedroogde verflaag met een pen, met de achterkant van zijn borstel of penseel of hij bewerkt de natte verf met handen en vingers (en nog net niet met zijn voeten).

Het is een beweeglijk schilderen, soms snel, soms een trage worsteling van beginnen en wissen en opnieuw beginnen. Zijn werkplek getuigt ervan. Zij is ronduit gezegd rommelig. Potjes, borstels, penselen, pennen, potloden, papier, plastic, verfspatten alom. Een bonte veelheid. De uitdaging in die veelheid en bij het schilderen is: kiezen, beslissingen nemen. Wanneer is iets 'af'? Is er ooit iets 'af'? Soms laat Kris die keuze zelfs over aan de natuur: hij schildert in de volle zon en laat onderweg de zon haar werk doen en laat ze de verf opdrogen zodat die de sporen van het snelle opdrogen krijgt en hij ze niet meer beroeren kan.

Zo zijn al deze impressies op verschillende en dezelfde wijzen ontstaan. Het is een verzameling indrukken geworden, snapshots. Bij het eerste zicht moest ik spontaan aan polaroids denken, die intussen ouderwetse spectaculaire uitvinding van voor de digitale fotografie waarbij je – o wonder van toen – als fotograaf niet meer langs de donkere kamer moest passeren maar quasi onmiddellijk uit je toestel een foto kon tevoorschijn doen komen, een afdruk op fotopapier die je met verbazing meteen zelf kon bekijken en doen bekijken aan de omstanders terwijl het onderwerp nog vlakbij in tijd en in ruimte aanwezig was.

Polaroids hebben, zoals de schilderijtjes van Kris, bovendien dat vluchtige en dat verdroomde omdat de techniek niet in staat was van uitermate scherpe of kleurvaste beelden weer te geven. Polaroids hebben iets weemoedig. Ze leggen een glans van onvolmaaktheid over de wereld, misschien wel zoals de wereld is. Geen wonder dat er al snel ook polaroid artists waren die gebiologeerd raakten door deze beelden die naar vergankelijkheid en enige onzekerheid neigen. Geen wonder dat toen Polaroid vorig jaar besliste om ermee te stoppen er onmiddellijk verknochte liefhebbers en artiesten opdoken om het product te reanimeren en in leven te houden. Polaroids gaan – om de woorden van een Amerikaanse polaroidkunstenaar te gebruiken – over verdoofde kleuren, over een zachte narcose en over het onverwachte. Experiments become accidents.

De schilderijtjes van Kris hebben datzelfde gevoel. Kijken in een waas. Kijken in een oogopslag. Je kan ze zelfs in reeksen – als een verzameling snel na elkaar genomen polaroids, als een kabinet van snelle impressies van wat voorbijgaat – samenvoegen en ophangen.

Er zit daarenboven veel zachte verdoving, verstilling en verlatenheid in de beelden van Kris, veel eenzaamheid, zelfs in twee- of meerzaamheid. Veel grijs en schakeringen van zwart en wit, uitzonderlijk even wat kleur (maar daar moet je voorzichtig mee zijn, zegt hij, want te veel kleur kan alles te uitbundig maken, misschien zelfs wel kitscherig). Kris mijmert liefst in zwart-wit en wat zich daartussen nestelt. Dat past ook bij de sfeer die hij oproept. Kleur domineert er niet. Dat hoort ook niet in bijvoorbeeld een straat in de regen met een eenzame wandelaar die oversteekt in de koplampen van een auto en die je doet denken: springt hij eronder of niet? Het is een werkje dat je zo in de wereld van de schrijver Simenon, auteur van Maigret en van donkere psychologische romans lijkt te voeren. Of er is de blik die door een half met een glasgordijn afgeschermd raam wordt geworpen op lege gevels en straten.

Of er zijn ramen die aarzelen tussen een figuratieve en een abstracte weergave: de wereld die vergeestelijkt. Er is de reiziger wachtend op een trein naar nergens in een troosteloos station. Er is het beeld van een bijna lege trein in een landschap in de avond waarbij slechts twee figuren weliswaar zorgen voor verlies voor de NMBS maar het beeld tegelijk aan stilte doen winnen ondanks het gedender over de sporen. Er is vaak ook de zee die zowel een ingetogen of een beweeglijke zee van verlatenheid kan zijn als een zee waar twee vrolijke kinderjasjes in rood en geel oplichten en instappen tegen de stormwind. Er is het Mariabeeld onder een stolp voor het raam. Je vermoedt in dit mild gekleurde schilderijtje de troost van een eenzame bejaarde en tegelijk zie je een beeld dat naar abstractie lijkt over te gaan.

En zo zou ik nog verder kunnen gaan, kijkend en wandelend van beeld tot beeld. Er is zoveel te zien maar uiteindelijk zie je één wereld, de wereld volgens Kris Praet. Beelden, kijkjes in zijn ziel.

Inderdaad, lieve aanwezigen, u kan hier 50 maal in iemands ziel kijken. Maar u kan tegelijk ook 50 maal in uw eigen ziel kijken. Ik wil u uitnodigen om dat te doen door voor u zelf - terwijl u rondloopt en beeld na beeld bezoekt - titels te verzinnen. Kris zei mij dat hij bewust geen titels wou geven. Dat laat hij over aan wie zijn werk beschouwt. Titels verzinnen wordt op die manier uw hoogstpersoonlijke reactie op de hoogstpersoonlijke snapshots van Kris. Ik vond het alleszins een boeiende geestesoefening om dat te doen en de schilderijtjes namen te geven als 'Maanwandelaar aan zee' of 'Café des quatre vents' of 'De man die de zee werd' en zo verder en zo voort. Ik moet u immers niet met mijn ziel laten kennismaken. Aan die van Kris en uzelf zal u al een hele avond genoeg hebben.

En voor de kunstliefhebbers of –kenners in het gezelschap wil ik alleen u nog even doen raden welke grote meesters van de stilte af en toe ook een beetje de meesters van Kris zouden kunnen zijn? Precies, u denkt ook aan Hopper en Spilliaert. En als u er niet aan denkt dan moet u hun werk maar eens op-googelen. Elke kunstenaar heeft tenslotte zijn meesters en voorbeelden en het is goed, Kris, dat het goede voorbeelden zijn."

© Walter Van Dam

Om af te sluiten: ik hecht, vanuit mijn opleiding, héél veel belang aan presentatie van mijn werk. Ik zie tentoonstellen als een totaalconcept, waar alle puzzelstukken moeten samenvallen: affiche, uitnodiging, de werken op zich, het moet professioneel en als één geheel aanvoelen.

Kris Praet

Kessel-Lo, januari 2024

Wij gebruiken cookies om onze website goed te laten functioneren en te beveiligen, en om je de best mogelijke gebruikerservaring te bieden.

Geavanceerde instellingen

Je kunt jouw cookievoorkeuren hier aanpassen. Schakel de volgende categorieën in of uit en sla de selectie op.

De essentiële cookies zijn essentieel voor de veilige en correcte werking van onze website en het registratieproces.
Functionele cookies onthouden jouw voorkeuren voor onze website en maken het mogelijk deze aan te passen.
Prestatiecookies controleren de prestaties van onze website.
Marketing cookies stellen ons in staat de prestaties van onze website te meten en te analyseren.